Rococo houtsnijwerk in de kerk van Meerle
Rococo Kerkmeubliair
Rococo houtsnijwerk in de kerk van MEERLE
Het Rococo houtsnijwerk in de kerk van de H.Verlosser te Meerle, een lezing door Theo Verschueren.
Op 7 september 2014 gaf Theo Verschueren een lezing over het Rococo houtsnijwerk in de kerk van de H. Verlosser te Meerle, een evenment georganiseerd door Halte Merlet. Deze merkwaardige kerk in drie stijlen opgetrokken, (een laat-romaanse toren, vroeg-gotisch schip en een laat-gotisch koor), heeft in haar bezit schitterend houtsnijwerk. De preekstoel en het koorgestoelte en lambriseringen zijn voor een kleinere landelijke kerk zoals die van Meerle, uitzonderlijk mooi uitgevoerd.
Meerle
Meerle is een dorp in de Belgische provincie Antwerpen en een deelgemeente van de stad Hoogstraten, gelegen vlak aan de grens met Nederland. De eerste sporen van bewoning stammen uit het jaar 992. In een akte uit dit jaar is er sprake van een schenking van enkele goederen te Baarle, de plek waar het dorp op kerkelijk vlak eeuwenlang toe behoorde, aan de abdij van Thorn. De naam zelf duikt dan weer voor het eerst op in een akte uit 1223 toen in de toenmalige kapel een benificie gesticht werd. Meerle was een zelfstandige gemeente tot einde 1976.
Wie het dorp Meerle binnenrijdt, ziet direct dat deze deelgemeente van de stad Hoogstraten, een zekere 'charme' heeft. Het is geen gemeente zoals vele anderen. Centraal gelegen op het dorpsplein ligt de St-Salvatorkerk, De aantrekkelijke dorpskom met de kerk, het kerkhof, het dorpsplein, de school en het raadhuis, is beschermd als dorpsgezicht. Het raadhuis werd omstreeks 1919 gebouwd in zogenaamde 'Hollandse trant', met stijlkenmerken uit de neobarok en de neorenaissance.
De St.Salvatorkerk is een gotische in baksteen opgetrokken kerk die dateert uit de 15e eeuw. Opmerkelijk is een klein Spaans torentje in de linkerarm van de transept. Het interieur van de kerk bevat drie monumentale altaren, een gebeeldhouwde preekstoel, prachtige lambriseringen in Rococo stijl en een monumentale orgel. Daarnaast bevindt er zich een mariabeeld dat door de familie de Lalaing omstreeks de 16de eeuw uit Hanau in Duitsland werd meegebracht en alzo gevrijwaard bleef van de beeldenstorm. De kerk heeft sinds 1970 de status van beschermd erfgoed en de patroonheilige is Sint-Salvador (een aanduiding voor Jezus Christus als verlosser).
Het hoofdaltaar in de St-Salvatorkerk, Gesculpteerde tabernakeldeur, Meerle
Rococo houtsnijwerk aan het altaar, Kerk Meerle
KERK van Meerle, de uitgebreide geschiedenis
Het ontstaan van de parochie Meerle is niet juist te bepalen, doch ze bestond zeker reeds in 1256. Waarschijnlijk ontstond ze op het einde van de twaafde eeuw. Voordien behoorde Meerle tot Baarle. Bij het begin van de afscheiding van Baarle kreeg Meerle een kleine kapel die nog steeds van de hoofdparochie bleef afhangen. Een manslag ligt aan de oorsprong van de oprichting van de huidige kerk. De plaats waar thans de kerk staat, het centrum van de gemeente, hoorde toe aan een persoon die een moord pleegde. Zijn goederen werden hierdoor aangeslagen en toebedeeld aan de Heer van Hoogstraten. Deze besteedde de verkregen goederen tot de oprichting van een kerk.
Tot in de eerste helft van de 16e eeuw (1550), stelde men het te Meerle met een kleine kerk. Een deel van deze kerk en de toren, zoals ze - voortgaande op de stijlelementen - waarschijnlijk in de eerste jaren van de 15e eeuw gebouwd werden, bestaat nog steeds.
De basis van de toren is nog echt Romaans en is zeker ouder dan de bovenstaande helft. Waarschijnlijk dateert dit deel uit de 13e eeuw. Deze eerste kerk had geen zijbeuken en geen dwarsbeuken, doch slechts twee kleine zijkapellen die thans nog bestaan. (Doopkapel en Kapel van O.L.Vrouw van Meerle)
In 1526 telde Meerle 180 huizen, waarvan één met twee haardsteden. Dit brengt ons ertoe het inwonersaantal te ramen op 1260 zielen. Voor die tijd een vrij talrijke bevolking. In hetzelfde jaar maakte men waarschijnlijk een aanvang met de bouw van het thans nog bestaande koor van de kerk en de dwarsbeuken.
Deze bouwwerken werden in opdracht van de Graaf van Hoogstraten uitgevoerd. De invloed van de Graaf van Hoogstraten is o.m. af te leiden uit de aanwezigheid van een sluitsteen in de dwarsbeuk waarop zijn wapen staat. Ook het jaartal 1529 vinden we terug. De parochie zelf moest echter een groot deel van de kosten betalen, waarvoor verschillende leningen werden aangegaan door het kerkbestuur.
Het procedé dat men bij de bouw van de kerk volgde, was dezelfde als bij de bouw van de kerk van Hoogstraten. Men bouwde de nieuwe kerk over de oude heen en deze laatste werd stelselmatig afgebroken.
Wie de architect van de kerk was, weet men niet. Velen veronderstellen dat het Rombout Kelderman is geweest, die tezelfdertijd te Hoogstraten aan het werk was. Alhoewel iets kleiner in afmetingen vertoont het koor van de kerk van Meerle inderdaad veel gelijkenis met de kerk van Hoogstraten: de hoge koorramen, een torentje op het kruis van de dwarsbeuken, een spaans torentje....
De bouw van de kerk is helaas niet tot een einde kunnen komen. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk een gebrek van gelden. De Graaf van Hoogstraten moest zelfs snoeien in de plannen van zijn eigen kerk; waarom zou men in Meerle dan niet heel wat zuiniger moeten zijn? Meerle had al genoeg schulden en kon zich geen bijkomende leningen veroorloven.
Dientengevolge heeft men na de dwarsbeuken de bouwwerken aan de kerk stopgezet. Men heeft eenvoudig het dak terug laten zakken naar het niveau van het oude dak. Hierdoor heeft de kerk van Meerle - door de eeuwen heen - een bijzonder kenmerk gekregen: zijn romaanse, vroeg- en laatgotische stijl verenigd in een prachtig geheel.
De geldnood van destijds maakt de kerk nu meer interessant. In deze kerk zijn de kenmerken van de gotische bouwstijl meer waar te nemen dan elders. Men ziet de evolutie in deze bouwstijl, het ontstaan van de gotiek in onze streek, nog dicht bij de romaanse stijl, samen met de laatgotiek, de vlamgotiek, waaraan onze streek zo rijk is.
Lambrisering met houtsnijwerk , cartouches
Interieur
Drie barokke portiekaltaren en hoofdaltaar met beeldengroep, toegewijd aan de Verlosser uit het vierde kwart van de 17de eeuw - eerste kwart 18de eeuw zijn de blikvangers. Het in 1783 gemarmerd en verguld hoofdaltaar uit hout is gemarmerd en beschilderd door P. Lacosta, tevens gesigneerd en gedateerd.
Het zijaltaar in het noordelijk transept is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, dit gemarmerd en beschilderd zijaltaar uit de 17de eeuw is uit hout vervaardigd.( J. Henemans, Turnhout).
Het zijaltaar in het zuidelijk transept is toegewijd aan het Heilig Kruis, 17de eeuw,
Biechtstoelen met hermen zijn vervaardigd uit eikenhout, midden 18de eeuw. De preekstoel uit het vierde kwart van de 18de eeuw is net zoals communiebank (deels bewaard), midden 18de eeuw uit eikenhout vervaardigd. (door M. Somers)
In het noordelijk en zuidelijk transept bevinden zich een rococo lambrisering met gefigureerde cartouches, dit houtsnijwerk is apart gesneden en verlijmd op de lambrisering, vervaardigd door P. Hoenders, vierde kwart 17de eeuw.
Rococo koorgestoelte en lambrisering met gefigureerde cartouches uit het midden van de 18de eeuwook door M. Somers vervaardigd; Een gesculpteerde tabernakeldeur met vergulde voorstelling van de Emmaüsgangers in grijsgeschilderde omlijsting gedecoreerd met putti, guirlandes en de pelikaan met zijn jongen (sacristie).
Doksaal met fraaie leuning, uitgewerkt met muziekinstrumenten, midden 18de eeuw, eik; Het orgel uit 1779 gebouwd door de Duitse orgelbouwer J.R. Tits (Hoofdwerk) en de orgelkast door J. Peeters en het loofwerk en ornamentiek door P. Somers. In 1804 toevoeging van het Positief door Ch. en L.C. Van Peteghem (Gent), wijzigingen in de eerste helft van de 17de eeuw.
Rococo Ornamenten
Van oorsprong kunsthistorische term is afgeleid van het Franse rocaille, ‘schelp’, omdat de schelpvormige uitgerokken versiering kenmerkend is voor het rococo.(1730-1770)
De Rococo of de Lodewijk XV stijl is een bouw en decoratie stijl uit het midden van de 18e eeuw, het is een voortvloeiing en reactie op de Barok. Het interieur heeft lichte kleuren, de ornamenten zijn luchtig en zwierig, niet symmetrisch.. Rechte lijnen worden vermeden, het geheel is veel minder grof dan in de Barok, maar elegant en sierlijk. Vooral in Duitsland
Als hoogtepunten van deze stijlperiode kunnen genoemd worden de luchtig geschilderde taferelen van Watteau, Fragonard, Boucher en Tiepolo, de uitbundige Zuid-Duitse rococokerken, enkele zeer rijk gedecoreerde paleizen in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Rusland (sommige met rococotuinen) en de elegante Franse meubels, klokken, serviezen en zilverwerk uit deze periode.
In België en Nederland zijn relatief weinig Rococo bouwwerken te vinden en de weinige gebouwen die er zijn, verwijzen eerder naar de Franse dan naar de Duitse Rococo mode. Ook de meeste uitbundige 18e-eeuwse barokinterieurs van Belgische en Nederlandse kerken (bij voorbeeld de Abdijkerk van Grimbergen, de Sint-Nicolaaskerk in Eupen, de Sint-Gerlachuskerk in Houthem en de Oud-Katholieke Kerk in Den Haag) komen niet in de buurt van de Zuid-Duitse rococo-kerkinterieurs.
Hoe verder je je bevindt van de oorsprong of ontstaan van een stijl, (voor de Rococo of eerder de Lodewijk XV-stijl,Parijs dus), hoe meer plaatselijke invloeden of trends in het ornament of composities verwerkt worden. In het interieur van de St-Salvatorkerk in Meerle is duidelijk nog een hoge dosis van Barok aanwezig. Een buikgevoel zegt me dat de plaatselijke vakman midden 18de-eeuw het bijzonder moeilijk heeft gehad de meer traditionele stijlperiodes zoals Barok, een stijlperiode die in onze regio veel werd toegepast, deze volledig weg te laten en puur over te schakelen op het zwierige Rococo motief. Dit waarschijnlijk omdat hij nog niet vertrouwd was met deze Rococo trend van decoreren en snijden.
Theo Verschueren, in de kerk van Meerle
Organisatie : Halte Merlet
Waar : Kerk H. Verlosser Meerle
Wanneer : Zondag 7 september 2014 om 14 uur
Inkom : 5 euro / leden : 3 euro ( inschrijven niet nodig )
Enkele detailopnames van het houtsnijwerk in de kerk van Meerle